Welkom bij mr. Frits van der Kamp


Fiscaal Adviseur Familievermogensrecht

Blog

Blog

Postrelationele solidariteit bij afstortingsverplichting van toekomstvoorzieningen in eigen beheer nu ook bevestigd door de Hoge Raad! 

view:  full / summary

Cursusoverzicht

Posted on September 30, 2022 at 5:15 AM Comments comments ()

Overzicht nieuwe cursussen 2022/2023


10 oktober 2022: Fiscale aspecten van echtscheiding (RB, Apeldoorn)

11 oktober 2022: DGA advisering life events (SDU Licent, Veenendaal)

8 november 2022: Eigen woning & ondernemer bij echscheiding (Centrum PE, Amersfoort)

10 november 2022: Convenanten, juridische & fiscaal ( IVJO ism Koert Boshouwer)

14 november 2022: Fiscaal scheidingsrecht voor de familiepraktijk! (MRinopleidingen, zie link: https://www.mrinopleidingen.nl/personen-en-familierecht/fiscaal-scheidingsrecht/178 )

29 november 2022: Fiscaal familierecht (Ketelbinkie opleidingen) 

6 december 2022: Fiscale aspecten echtscheiding (Centrum PE, Amersfoort)

8 december 2022: Actualiteiten toekomstvoorzieningen (PAOB  ism docenten Ruben stam en Erik van Toledo)

15 december 2022: Fiscaal familierecht (IVJO; "de jurist leren denken als fiscalist", hoe bereken je een latentie? veel praktische handvatten)

Over de verwachte aftrekbeperkingen...

Posted on August 13, 2018 at 3:10 PM Comments comments ()


Met Prinsjesdag komt het er op aan: de aftrekbeperkingen tegen een lager tarief worden in wetsvoorstellen gepresenteerd.

In deze https://www.rijksoverheid.nl/documenten/kamerstukken/2017/12/07/antwoorden-kamervragen-startnota" target="_blank">link treft u alle vermelde en bekende beperkingen tot een aftrektarief (uiteindelijk/gefaseerd) van circa 37%.

Na Prinsjesdag 2018 wordt vervolgd!

Voor nu vast de volledige lijst:


* Ondernemer:

Zelfstandigenaftrek

Aftrek speur- en ontwikkelingswerk

Meewerkaftrek

Startersaftrek bij AO

Stakingsaftrek

MKB-winstvrijstelling


*Eigen woning:

Rente van schulden

Kosten geldlening

Periodieke betalingen erfpacht, opstal en beklemming 

Aftrekbare kosten restschuld vervreemde eigen woning


*Persoonsgebonden aftrekposten

Uitgaven onderhoudsverplichting (waaronder partneralimentatie)

Weekenduitgaven gehandicapten

Scholingsuitgaven

Uitgaven monumentenpanden (let op de subsidieregelingen..)

Kwijtgescholden durfkapitaal

Aftrekbare giften..!

Uitgaven specifieke zorgkosten

Restant persoonsgebonden aftrek voorgaande jaren


*Overig

Terbeschikkingstellingsvrijstelling

De bijleenregeling in ESB besproken

Posted on May 2, 2018 at 7:25 AM Comments comments ()

Als reactie op het in het ESB opgenomen onderzoek naar de samnehang van "overwaarde en verbouwingskosten" d.d. 26 april 2018 (www.esb.nu) wordt door de auteurs Van Dijk (CPB) en Voogt (AVM een aantal aannames gedaan waar op valt af te dingen. In het FD van 2 mei is dit onderzoek aangehaald en komt ook naar voren dat er kennelijk veel mensen hun aangifte onjiust invullen op het punt van de eigen woning (ivm bijleenregeling).

Mijn reactie op de getrokken conclusies treft u hierna en heb ik tevens op de site van ESB geplaatst!


"Nog meer ontbrekende verklaringen? Zowel gedrag, de verhoging van de fiscale aftrekbaarheid bij verbouwleningen als een "oude" maar niet onbelangrijke regeling tot 2010 die in de onderzoeksperiode is gelegen!!


1. Zou het kunnen dat bij een zekerheid van geïnvesteerd eigen vermogen er ook een "zekere" (meer)opbrengst wordt verwacht? Is het niet zo dat verbouwingen als vuistregel voor circa 50% waardeverhogend werken? Dan wil je zeker zijn dat je investering plus verbouwkosten niet leiden tot een resterende schuld bij de bank..!? En laat die situatie zich nou voordoen als er met veel overwaarde wordt gefinancierd. Economisch gezien wellicht niet slim om een minder goede investering te doen, maar de uitkomst met schuld bij de bank kon hier wel eens mede een verklaring zijn.


2. Andere reden: als bij verbouwleningen de rente wél tot aftrek leidt, kan dat eveneens een eenvoudige verklaring zijn (die dan mogelijk niet door economen kan worden verklaard: irreëel gedrag is volstrekt gebruikelijk maar waarschijnlijk lastig te verklaren vanuit logische aannames).


3. Fiscaal ander argument of onkunde...

Over de invulling van de aangiften kunnen we snel zijn: de bijleenregeling is dermate complex, dat de toepassing in veel gevallen buiten de de schuld van belastingplichtigen tot fouten leidt. Als dat al het geval is!? Er is namelijk nog een niet onbelangrijke fiscale noot: het toch niét verplicht fiscaal hoeven investeren van de overwaarde bestond als een bijzondere regel tot 2010!

Indien de nieuwe aankoop niet hoger was dan de eigen woningschuld van de oude woning, mocht je toch de oude schuld als "bodem"schuld aanhouden. Deze "kleiner wonen regeling" bestond als bedoeling om ouderen niet te verplichten bij het kleiner wonen op de oude dag om hun gehele overwaarde in te brengen in de nieuwe lening. Zij mochten de oude grens van de schuld als fiscaal minimum gebruiken en de overwaarde dus zelf behouden. Dit zal ook door andere doelgroepen dankbaar zijn toegepast.


Voorbeeld (tot 2010!):

X verkoop woning voor 250.000, schuld (EWS) bedroeg 200.000. Nieuwe "kleinere aankoop" van 210.000, schuld volledig. Eigenwoningreserve bedraagt 50.000. Fiscaal bedraagt de EWS dan tóch als bodem de "oude EWS", zijnde 200.000. Slechts 10.000 van de nieuwe lening wordt in box geplaatst. De 50.000 kan daar voor 10.000 worden aangewend, maar fiscaal is dat niét verplicht."


mr Frits van der Kamp, fiscaal adviseur familievermogensrecht




Tijdschrift Relatierecht en Praktijk Wet VPS

Posted on March 14, 2018 at 3:55 PM Comments comments ()

en uit mijn eerdere bijdrage (REP augustus 2017) ook nog dit:

“Eigendomsrechten” van de pensioenaanspraak

Welke, niét in de evaluatie vermelde problematiek speelt bij de nadelen van de huidige vereveningshoofdregel ook een rol betreffende de eigendom van het pensioen recht?

In het Tilburgse onderzoek van 2006 wordt al opgemerkt dat wijzigingen in de pensioenregeling die na scheiding en verevening plaats vinden, gewoon gevolgen hebben voor de vereveningsgerechtigde. Dat geldt ook bij het bijvoorbeeld beschikbare premiesysteem, waarbij de beleggingsmix door de “werknemer” vereveningsplichtige wordt gewijzigd. Dit heeft gevolgen voor de “ex” partner. Echter, vanwege de eigendomsrechten is de werknemer de enige die daarover beslist. Ik acht dat ongewenst, ingeval van conversie is dit probleem direct van de baan.


Hetzelfde geldt voor bijvoorbeeld de beslissing om het pensioen later in te laten gaan. Dit kan de werknemer bepalen (met instemming van de uitvoerder/afhankelijk van de geldende regels of reglementen) en is niet aan de medewerking van de “ex” partner gebonden. Deze vereveningsgerechtigde heeft derhalve telkens het nakijken, indien er met het pensioen keuzes door de “werknemer” worden gemaakt.

Ik acht ook dit een wezenlijk punt van verbetering dat door “conversie als hoofdregel” wordt bereikt! Voor de overige naar mijn mening wezenlijke argumenten vóór verwijs ik naar de opsomming in het Tilburgs onderzoek.


Vanzelfsprekend zal met het oog op eventuele gezondheidsrisico’s de instemming door de uitvoerder moeten kunnen worden onthouden. Die ruimte kan echter tot deze meer specifieke risico’s worden beperkt."



Pensioen en lijfrente fiscaal "verrekend"

Posted on January 24, 2018 at 9:30 AM Comments comments ()

Het fiscale Hof Den Bosch oordeelt14-12-2017  (ECLI:NL:GHSHE:2017:5584) inzake meerdere aspecten van pensioen- en lijfrenteverrekening.

Sinds 2001 publiceer ik omtrent dit onderwerp, een uitgebreide lijfrentebijdrage treft u in 2009 in het Echtscheidingsbulletin (liefhebers: mail..!)

Er is echter slechts mondjesmaat jurisprudentie geweest, tot 2011: de Rechtbank te Breda oordeelde als eerste op 10 juni 2011 inzake de lijfrenteverrekening. U dient erg goed op te letten met latenties en de verrekenbepaling van artikel 3.102, lid 3 Wet IB 2001.

Daarin staat dat degene die niet de lijfrente of het pensioen heeft verkregen maar iets anders ter verrekening (of verdeling) daarvan/daarmee, dat bij die ander een bijtelpost (wegens fiscaal "genoten inkomen") in de aangifte kan worden opgenomen. Degene die de lijfrente of pensioen verkrijgt, heeft in zoverre een extra aftrekpost. De vrije toerekening en het fiscaal partnerschap spelen -mits in overleg- weer een grote rol.

Daarvoor dient men wel mediation "fähig" te zijn of indien er meer speelt van een overlegscheiding setting te kunnen profiteren!

De oplossingen zijn legio, maar dienen allereerst noodzakelijk "in beeld te komen"!!

Naast dit, meer nog in de scheidingsliteratuur binnenkort!

De uitspraak is volstrekt in lijn wat ik al jaren betoog, enige nuances zijn echter weer te maken...



Wiens "pensioen" is de vereveningsaanspraak?

Posted on January 24, 2018 at 9:20 AM Comments comments ()

Op 19 januari 2018 geeft het CAP op https://www.belastingdienstpensioensite.nl/VA_18-001_v180119.htm" target="_blank">www.belastingdienstpensioensite.nl een antwoord op de vraag in hoeverre de ex-partner met een vereveningsaanspraak (na scheiding) deze zelf zou kunnen omzetten naar een ODV of deze kan afkopen.

Het antwoord is van niet te onderschatten belang!! Immers, wat je niet hebt, kun je ook niet kwijtraken! Klinkt logisch, maar civielrechtelijk is dit een zeer interessante melding! Letterlijk meldt het CAP:

"Het recht op uitbetaling van een deel van de uitkeringen van het ouderdomspensioen van de dga is geen eigen pensioenaanspraak van de ex-partner."

Zou een dergelijk afhankelijk recht op uitbetaling op een onder (opschortende en/of ontbindende) voorwaarden te ontvangen pensioenuitkering van de werknemer in de toekomst (twee personen moeten dan nog in leven zijn!) kunnen leiden tot schenking?

Direct?? Sinds 2010 kent de Successiewet óók een belangrijke wijziging in het moment de schenking: eerst nádat de opschortende voorwaarde(n) is (zijn) vervuld!? 

De wetgever is erg druk bezig geweest met de uitfasering van het pensioen in eigen beheer (DGA/PEB) in 2017!! (en de aanloop daarnaartoe!) 

Voor de liefhebbers in de gespecialiseerde echtscheidingsadvocatuur: ook dit nieuws is aan de orde in de mooie dag op 1 februari 2018 inzake de oudedagsvoorzieningen bij echtscheiding voor de vFAS!

Hof Den Bosch in fiscalibus: natuurlijke verbintenis onvoldoende voor alimentatieaftrek

Posted on December 6, 2017 at 10:25 AM Comments comments ()

Het Hof Den Bosch acht in de uitspraak van 16 november 2017 een door de man (ex-echtgenoot) geclaimde en beweerde aftrek wegens partneralimentatie van de man niet voldoende onderbouwd en zeker.

Het Hof neemt de overweging van de Rechtbank in zoverre over, dat overweegt: 

“4.3.3. Om in aanmerking te komen voor aftrek van periodieke uitkeringen en verstrekkingen moet onder andere het geclaimde bedrag (uiteindelijk) ten laste van het vermogen van belanghebbende zijn gekomen wil gesproken kunnen worden van een betaling door belanghebbende. In het onderhavige geval is naar het oordeel van de rechtbank onduidelijk gebleven ten laste van wiens vermogen de opnames (uiteindelijk) zijn gekomen, hoewel na schorsing van de zitting belanghebbende nogmaals in de gelegenheid is gesteld stukken in te dienen. Daarbij verdient opmerking dat de bankrekening van belanghebbende en zijn ex-echtgenote door elkaar heenliepen in die zin dat de rekening zowel zakelijk als privé werd gebruikt. Er kan niet worden uitgesloten dat de opnames ten laste van het vermogen van de ex-echtgenote zijn gekomen, zoals de inspecteur aanvoert. In het bijzonder is onvoldoende inzicht gegeven hoe bij de verdeling in het kader van de echtscheiding en de ontbinding van de maatschap en/of de bepaling van de alimentatie is omgegaan met de opnamen, terwijl daarover kennelijk (zie 2.3 en 2.6) wel discussie is geweest. Overigens is ook geen helderheid gekomen over de aard van de opnamen (privé of zakelijk). Gelet op het in 2.6 vermelde stuk heeft de ex-echtgenote immers kennelijk ter zake van een groot deel van de opnamen gesteld dat deze in de praktijkkas zijn gestort en daarmee betwist dat het om privé-opnamen gaat". 


Vervolgens wordt een stuk van de man (ex-echtgenoot, vóór eeuwwisseling reeds uit elkaar!) aangehaald, waarin deze de natuurlijke verbintenis als inzet kiest.


Ten overloede meldt het Hof daaromtrent (overweging 4.6): 

"Zelfs indien zou worden verondersteld dat de opnames waren bedoeld als bijdragen in het levensonderhoud van de vrouw, geldt dat aftrek als persoonlijke verplichtingen is uitgesloten, aangezien kennelijk sprake is van een natuurlijke verbintenis. De wetgever heeft de aftrek van betalingen als hier bedoeld willen beperken tot in rechte vorderbare uitkeringen en verstrekkingen"

Ook hier heldt de natuurlijke verbintenis niet. 

Eerder meldde ik op linkedin blog omtrent de ónmogelijkheden van de natuurlijke verbintenis, te weten om maar even de schenking in fiscalibus te voorkomen. Daarbij is een belangrijke aanvulling, welke eveneens in onderhavige procedure aan de orde had kunnen komen, de in de brief van 24 mei 2015 van staatssecretaris Wiebes aan de Kamer dat dit juist wel tot aftrek kan leiden. In die casus betrof het overigens ex-samenlevers. 

Het verschil is wellicht te verklaren uit de veel eerdere situatie in de onderhavige Hof casus. 





De BV versus alimentatie: Boek I versus Boek II Burgerlijk Wetboek

Posted on May 16, 2017 at 2:50 AM Comments comments ()

In de laatste Tijdschrift voor Scheidingsrecht wordt weer een mooi jurisprudentie overzicht gemeld (EB 2017/43). Mijn oog valt op de kop:

Partneralimentatie. Kan de alimentatieplichtige naast een vast inkomen van DGA nog meer gelden onttrekken aan zijn BV?"


De uitspraak van het Hof Den Haag van 18 januari 2017 bevat een vraag omtrent alimentatie en raakt daarbij tevens aan de vraag of een "verdere onttrekking ten behoeve van de bepaling van de draagkracht van de man" door het "vennootschappelijk belang" wordt verhinderd. Technisch meldt het Hof: Bij de beantwoording van deze vraag dient rekening te worden gehouden met de dwingendrechtelijke bepalingen van boek 2 BW (art. 2:25 BW in verbinding met art. 2:9 en 2:216 lid 2 BW, uitkeringstest) en het vennootschappelijk belang. Onder het vennootschappelijk belang wordt verstaan dat de continuïteit van de vennootschap als gevolg van onttrekkingen niet in gevaar mag komen.

In de weg aan de onttrekking staat in casu een gouden handdruk stamrechtverplichting van de BV jegens de DGA. Die zou in de casus "onder water" geraken door verdere onttrekking.

NB: Zou de DGA die is gescheiden / gaat scheiden om "afstempeling" van het pensioen kunnen worden verzocht/geëist door de (ex) partner, indien door deze "opgeblazen" schuld (grotendeels wegens de lage rente) de dividend uitkeringen worden verhinderd door "het vennootschappelijk belang"? Ofwel: hoever strekt "het vennootschappelijk belang" indien het Boek I belang tevens in geding is, in casu alimentatie?

Meer hierover binnenkort in de literatuur!

Link: https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:GHDHA:2017:104&showbutton=true&keyword=ECLI%3aNL%3aGHDHA%3a2017%3a104" target="_blank">http://https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:GHDHA:2017:104&showbutton=true&keyword=ECLI%3aNL%3aGHDHA%3a2017%3a104 

IJkpunten bij exit PEB in een "verrekeningsuitspraak"

Posted on April 27, 2017 at 6:45 AM Comments comments ()

Belangrijke ijkpunten bij afschaffen van pensioen in eigen beheer in een "verrekeningsuitspraak"!


De rechtbank Zeeland West-Brabant heeft zich in een uitspraak van 21 juli 2016 uitgelaten over de fiscale aspecten van lijfrente- en pensioenverrekening. Chapeau!

Het was de eerste uitspraak van dezelfde rechtbank voor het eerst in 2011 over de (voor menigeen, of moet ik zeggen: velen!) verrassende toepassing van artikel 3.102, lid 3, Wet IB. Over de ins en outs schreef ik in 2009 al eens uitgebreid, binnenkort treft u meer!


Wat valt verder op in deze zaak? De rechtbank spreekt zich als eerste uit over een toepassing van de Wet Verevening Pensioenrechten bij Scheiding (WVPS) en wel als volgt:

 

"Tussen partijen is niet in geschil dat indien de Wet VPS is toegepast, de verevening van de pensioenrechten niet leidt tot toepassing van artikel 3.102, derde lid, van de Wet. De rechtbank acht dit standpunt juist."

Dat is een belangrijke stap die men zet, de vraag is allereerst of dat juist is. Naar mijn mening is dat afhankelijk van de vraag of er in ruil voor een eventueel ongelijke verevening (i.c. met conversie) iets anders is ontvangen.

 

Een tweede belangrijke melding betreft -naast de bevestiging dat als lijfrenten vanuit een gemeenschap ongelijk worden gedeeld, er iets anders in de boedel wordt ontvangen tegenover het "mindere" aan waarde dat men aan lijfrenten kreeg, er een heffing en aftrek plaatsvinden: heffing krachtens een "periodieke uitkering" in de zin van artikel 3.102, lid 3 Wet IB bij de genieter van het "andere dan lijfrente". Een aftrek ogv artikel 6.3 Wet IB bij degene die het meerdere aan lijfrente kreeg.

 

Opvallend: de latentie wordt niet beoordeeld. Kennelijk volgt de inspecteur/rechtbank de door partijen overeengekomen belastinglatentie van 20%. Ik schreef hierover al eerder naar aanleiding van de Hoge Raad uitspraak van 28 november 2014, waarin de Raad terug lijkt te zijn gekomen op een eerdere uitspraak uit 2006 (maar dat naar mijn opvatting nimmer anders heeft bedoeld....).

 

Tot zover de fiscale cadeautjes van de Rechtbank als hulpmiddelen bij de vaststelling van de vorm en hoogte van de "instemmingscompensatie"!

De Hoge Raad & postrelationele solidariteit

Posted on April 27, 2017 at 6:25 AM Comments comments ()

De Hoge Raad & postrelationele solidariteit met een knipoog naar Uitfasering Pensioen eigen beheer...


Datum uitspraak Hoge Raad 14 april 2017

In de heden gepubliceerde uitspraak van de Hoge Raad bevestigt de Raad het inmiddels door de Gerechtshoven breder aanvaarde principe van de “post-relationele solidariteit” bij onderdekking pensioen in eigen beheer!


De inmiddels te onderkennen lijn in de "afstortingsjurisprudentie" bleek uit de uitspraken van Hof Den Haag, 16 december 2015, Hof Den Haag, 25 november 2015 alsmede Hof Den Haag, 18 juni 2014. De vraag of de Hoge Raad eenzelfde lijn als koers zou volgen, lijkt hiermee beantwoord!

 

Het richtsnoer is hiermee, met een knipoog naar de steeds hoger opgelopen rekenrente (markt!), als volgt: ..."maar dat het (HOF: FK) heeft miskend dat het vervolgens had te onderzoeken of het in [A] B.V. aanwezige kapitaal toereikend is om én de pensioenaanspraak van de man af te storten, én de overblijvende pensioenaanspraak van de vrouw te dekken"!

 

Het gaat immers om de pensioen veiligstelling van beide ex-partners! Het inmiddels aangenomen wetsvoorstel Wet Uitfasering pensioen in eigen beheer per 1 april 2017 wordt nog als mede gevolg van de dalende marktrente aangehaald. Lang leve het pensioen! maar niet meer verder in eigen beheer....

 

In het Tijdschrift voor Familie- en Jeugdrecht (FJR) van mei 2015 beschreef ik de stand van zaken betreffende afstortingsjurisprudentie. De door de Hoge Raad gehanteerde overweging werd als eerste gebruikt in een uitspraak van Rechtbank Middelburg van 22 december 2010, waarin eveneens werd bepaald dat de vrouw een even zo groot recht heeft op de pensioenaanspraken als de man. In dat geval was echter sprake van een inactieve BV, er werd geen materiële onderneming gedreven.

 

Voor de volledigheid is van belang te zien dat door de Hoge Raad niet wordt ingegaan op de financierbaarheid ofwel de mogelijkheid om de middelen mogelijk extern aan te trekken door middel van een lening bij een bank, om aan de afstortingsverplichting jegens de ex-partner/dekking voor de voortzettende DGA uitvoering te geven. Dat is immers wat de Hoge Raad in 2007 in de eerste afstortingsuitspraak vermeldde. Dit uitgangspunt zou mogelijk ook voor de pensioendekking van de DGA kunnen worden gebruikt.



Rss_feed