Welkom bij mr. Frits van der Kamp


Fiscaal Adviseur Familievermogensrecht

Blog

Blog

Over de verwachte aftrekbeperkingen...

Posted on August 13, 2018 at 3:10 PM Comments comments ()


Met Prinsjesdag komt het er op aan: de aftrekbeperkingen tegen een lager tarief worden in wetsvoorstellen gepresenteerd.

In deze https://www.rijksoverheid.nl/documenten/kamerstukken/2017/12/07/antwoorden-kamervragen-startnota" target="_blank">link treft u alle vermelde en bekende beperkingen tot een aftrektarief (uiteindelijk/gefaseerd) van circa 37%.

Na Prinsjesdag 2018 wordt vervolgd!

Voor nu vast de volledige lijst:


* Ondernemer:

Zelfstandigenaftrek

Aftrek speur- en ontwikkelingswerk

Meewerkaftrek

Startersaftrek bij AO

Stakingsaftrek

MKB-winstvrijstelling


*Eigen woning:

Rente van schulden

Kosten geldlening

Periodieke betalingen erfpacht, opstal en beklemming 

Aftrekbare kosten restschuld vervreemde eigen woning


*Persoonsgebonden aftrekposten

Uitgaven onderhoudsverplichting (waaronder partneralimentatie)

Weekenduitgaven gehandicapten

Scholingsuitgaven

Uitgaven monumentenpanden (let op de subsidieregelingen..)

Kwijtgescholden durfkapitaal

Aftrekbare giften..!

Uitgaven specifieke zorgkosten

Restant persoonsgebonden aftrek voorgaande jaren


*Overig

Terbeschikkingstellingsvrijstelling

De bijleenregeling in ESB besproken

Posted on May 2, 2018 at 7:25 AM Comments comments ()

Als reactie op het in het ESB opgenomen onderzoek naar de samnehang van "overwaarde en verbouwingskosten" d.d. 26 april 2018 (www.esb.nu) wordt door de auteurs Van Dijk (CPB) en Voogt (AVM een aantal aannames gedaan waar op valt af te dingen. In het FD van 2 mei is dit onderzoek aangehaald en komt ook naar voren dat er kennelijk veel mensen hun aangifte onjiust invullen op het punt van de eigen woning (ivm bijleenregeling).

Mijn reactie op de getrokken conclusies treft u hierna en heb ik tevens op de site van ESB geplaatst!


"Nog meer ontbrekende verklaringen? Zowel gedrag, de verhoging van de fiscale aftrekbaarheid bij verbouwleningen als een "oude" maar niet onbelangrijke regeling tot 2010 die in de onderzoeksperiode is gelegen!!


1. Zou het kunnen dat bij een zekerheid van geïnvesteerd eigen vermogen er ook een "zekere" (meer)opbrengst wordt verwacht? Is het niet zo dat verbouwingen als vuistregel voor circa 50% waardeverhogend werken? Dan wil je zeker zijn dat je investering plus verbouwkosten niet leiden tot een resterende schuld bij de bank..!? En laat die situatie zich nou voordoen als er met veel overwaarde wordt gefinancierd. Economisch gezien wellicht niet slim om een minder goede investering te doen, maar de uitkomst met schuld bij de bank kon hier wel eens mede een verklaring zijn.


2. Andere reden: als bij verbouwleningen de rente wél tot aftrek leidt, kan dat eveneens een eenvoudige verklaring zijn (die dan mogelijk niet door economen kan worden verklaard: irreëel gedrag is volstrekt gebruikelijk maar waarschijnlijk lastig te verklaren vanuit logische aannames).


3. Fiscaal ander argument of onkunde...

Over de invulling van de aangiften kunnen we snel zijn: de bijleenregeling is dermate complex, dat de toepassing in veel gevallen buiten de de schuld van belastingplichtigen tot fouten leidt. Als dat al het geval is!? Er is namelijk nog een niet onbelangrijke fiscale noot: het toch niét verplicht fiscaal hoeven investeren van de overwaarde bestond als een bijzondere regel tot 2010!

Indien de nieuwe aankoop niet hoger was dan de eigen woningschuld van de oude woning, mocht je toch de oude schuld als "bodem"schuld aanhouden. Deze "kleiner wonen regeling" bestond als bedoeling om ouderen niet te verplichten bij het kleiner wonen op de oude dag om hun gehele overwaarde in te brengen in de nieuwe lening. Zij mochten de oude grens van de schuld als fiscaal minimum gebruiken en de overwaarde dus zelf behouden. Dit zal ook door andere doelgroepen dankbaar zijn toegepast.


Voorbeeld (tot 2010!):

X verkoop woning voor 250.000, schuld (EWS) bedroeg 200.000. Nieuwe "kleinere aankoop" van 210.000, schuld volledig. Eigenwoningreserve bedraagt 50.000. Fiscaal bedraagt de EWS dan tóch als bodem de "oude EWS", zijnde 200.000. Slechts 10.000 van de nieuwe lening wordt in box geplaatst. De 50.000 kan daar voor 10.000 worden aangewend, maar fiscaal is dat niét verplicht."


mr Frits van der Kamp, fiscaal adviseur familievermogensrecht




Tijdschrift Relatierecht en Praktijk Wet VPS

Posted on March 14, 2018 at 3:55 PM Comments comments ()

en uit mijn eerdere bijdrage (REP augustus 2017) ook nog dit:

“Eigendomsrechten” van de pensioenaanspraak

Welke, niét in de evaluatie vermelde problematiek speelt bij de nadelen van de huidige vereveningshoofdregel ook een rol betreffende de eigendom van het pensioen recht?

In het Tilburgse onderzoek van 2006 wordt al opgemerkt dat wijzigingen in de pensioenregeling die na scheiding en verevening plaats vinden, gewoon gevolgen hebben voor de vereveningsgerechtigde. Dat geldt ook bij het bijvoorbeeld beschikbare premiesysteem, waarbij de beleggingsmix door de “werknemer” vereveningsplichtige wordt gewijzigd. Dit heeft gevolgen voor de “ex” partner. Echter, vanwege de eigendomsrechten is de werknemer de enige die daarover beslist. Ik acht dat ongewenst, ingeval van conversie is dit probleem direct van de baan.


Hetzelfde geldt voor bijvoorbeeld de beslissing om het pensioen later in te laten gaan. Dit kan de werknemer bepalen (met instemming van de uitvoerder/afhankelijk van de geldende regels of reglementen) en is niet aan de medewerking van de “ex” partner gebonden. Deze vereveningsgerechtigde heeft derhalve telkens het nakijken, indien er met het pensioen keuzes door de “werknemer” worden gemaakt.

Ik acht ook dit een wezenlijk punt van verbetering dat door “conversie als hoofdregel” wordt bereikt! Voor de overige naar mijn mening wezenlijke argumenten vóór verwijs ik naar de opsomming in het Tilburgs onderzoek.


Vanzelfsprekend zal met het oog op eventuele gezondheidsrisico’s de instemming door de uitvoerder moeten kunnen worden onthouden. Die ruimte kan echter tot deze meer specifieke risico’s worden beperkt."



Pensioen en lijfrente fiscaal "verrekend"

Posted on January 24, 2018 at 9:30 AM Comments comments ()

Het fiscale Hof Den Bosch oordeelt14-12-2017  (ECLI:NL:GHSHE:2017:5584) inzake meerdere aspecten van pensioen- en lijfrenteverrekening.

Sinds 2001 publiceer ik omtrent dit onderwerp, een uitgebreide lijfrentebijdrage treft u in 2009 in het Echtscheidingsbulletin (liefhebers: mail..!)

Er is echter slechts mondjesmaat jurisprudentie geweest, tot 2011: de Rechtbank te Breda oordeelde als eerste op 10 juni 2011 inzake de lijfrenteverrekening. U dient erg goed op te letten met latenties en de verrekenbepaling van artikel 3.102, lid 3 Wet IB 2001.

Daarin staat dat degene die niet de lijfrente of het pensioen heeft verkregen maar iets anders ter verrekening (of verdeling) daarvan/daarmee, dat bij die ander een bijtelpost (wegens fiscaal "genoten inkomen") in de aangifte kan worden opgenomen. Degene die de lijfrente of pensioen verkrijgt, heeft in zoverre een extra aftrekpost. De vrije toerekening en het fiscaal partnerschap spelen -mits in overleg- weer een grote rol.

Daarvoor dient men wel mediation "fähig" te zijn of indien er meer speelt van een overlegscheiding setting te kunnen profiteren!

De oplossingen zijn legio, maar dienen allereerst noodzakelijk "in beeld te komen"!!

Naast dit, meer nog in de scheidingsliteratuur binnenkort!

De uitspraak is volstrekt in lijn wat ik al jaren betoog, enige nuances zijn echter weer te maken...



Wiens "pensioen" is de vereveningsaanspraak?

Posted on January 24, 2018 at 9:20 AM Comments comments ()

Op 19 januari 2018 geeft het CAP op https://www.belastingdienstpensioensite.nl/VA_18-001_v180119.htm" target="_blank">www.belastingdienstpensioensite.nl een antwoord op de vraag in hoeverre de ex-partner met een vereveningsaanspraak (na scheiding) deze zelf zou kunnen omzetten naar een ODV of deze kan afkopen.

Het antwoord is van niet te onderschatten belang!! Immers, wat je niet hebt, kun je ook niet kwijtraken! Klinkt logisch, maar civielrechtelijk is dit een zeer interessante melding! Letterlijk meldt het CAP:

"Het recht op uitbetaling van een deel van de uitkeringen van het ouderdomspensioen van de dga is geen eigen pensioenaanspraak van de ex-partner."

Zou een dergelijk afhankelijk recht op uitbetaling op een onder (opschortende en/of ontbindende) voorwaarden te ontvangen pensioenuitkering van de werknemer in de toekomst (twee personen moeten dan nog in leven zijn!) kunnen leiden tot schenking?

Direct?? Sinds 2010 kent de Successiewet óók een belangrijke wijziging in het moment de schenking: eerst nádat de opschortende voorwaarde(n) is (zijn) vervuld!? 

De wetgever is erg druk bezig geweest met de uitfasering van het pensioen in eigen beheer (DGA/PEB) in 2017!! (en de aanloop daarnaartoe!) 

Voor de liefhebbers in de gespecialiseerde echtscheidingsadvocatuur: ook dit nieuws is aan de orde in de mooie dag op 1 februari 2018 inzake de oudedagsvoorzieningen bij echtscheiding voor de vFAS!

Hof Den Bosch in fiscalibus: natuurlijke verbintenis onvoldoende voor alimentatieaftrek

Posted on December 6, 2017 at 10:25 AM Comments comments ()

Het Hof Den Bosch acht in de uitspraak van 16 november 2017 een door de man (ex-echtgenoot) geclaimde en beweerde aftrek wegens partneralimentatie van de man niet voldoende onderbouwd en zeker.

Het Hof neemt de overweging van de Rechtbank in zoverre over, dat overweegt: 

“4.3.3. Om in aanmerking te komen voor aftrek van periodieke uitkeringen en verstrekkingen moet onder andere het geclaimde bedrag (uiteindelijk) ten laste van het vermogen van belanghebbende zijn gekomen wil gesproken kunnen worden van een betaling door belanghebbende. In het onderhavige geval is naar het oordeel van de rechtbank onduidelijk gebleven ten laste van wiens vermogen de opnames (uiteindelijk) zijn gekomen, hoewel na schorsing van de zitting belanghebbende nogmaals in de gelegenheid is gesteld stukken in te dienen. Daarbij verdient opmerking dat de bankrekening van belanghebbende en zijn ex-echtgenote door elkaar heenliepen in die zin dat de rekening zowel zakelijk als privé werd gebruikt. Er kan niet worden uitgesloten dat de opnames ten laste van het vermogen van de ex-echtgenote zijn gekomen, zoals de inspecteur aanvoert. In het bijzonder is onvoldoende inzicht gegeven hoe bij de verdeling in het kader van de echtscheiding en de ontbinding van de maatschap en/of de bepaling van de alimentatie is omgegaan met de opnamen, terwijl daarover kennelijk (zie 2.3 en 2.6) wel discussie is geweest. Overigens is ook geen helderheid gekomen over de aard van de opnamen (privé of zakelijk). Gelet op het in 2.6 vermelde stuk heeft de ex-echtgenote immers kennelijk ter zake van een groot deel van de opnamen gesteld dat deze in de praktijkkas zijn gestort en daarmee betwist dat het om privé-opnamen gaat". 


Vervolgens wordt een stuk van de man (ex-echtgenoot, vóór eeuwwisseling reeds uit elkaar!) aangehaald, waarin deze de natuurlijke verbintenis als inzet kiest.


Ten overloede meldt het Hof daaromtrent (overweging 4.6): 

"Zelfs indien zou worden verondersteld dat de opnames waren bedoeld als bijdragen in het levensonderhoud van de vrouw, geldt dat aftrek als persoonlijke verplichtingen is uitgesloten, aangezien kennelijk sprake is van een natuurlijke verbintenis. De wetgever heeft de aftrek van betalingen als hier bedoeld willen beperken tot in rechte vorderbare uitkeringen en verstrekkingen"

Ook hier heldt de natuurlijke verbintenis niet. 

Eerder meldde ik op linkedin blog omtrent de ónmogelijkheden van de natuurlijke verbintenis, te weten om maar even de schenking in fiscalibus te voorkomen. Daarbij is een belangrijke aanvulling, welke eveneens in onderhavige procedure aan de orde had kunnen komen, de in de brief van 24 mei 2015 van staatssecretaris Wiebes aan de Kamer dat dit juist wel tot aftrek kan leiden. In die casus betrof het overigens ex-samenlevers. 

Het verschil is wellicht te verklaren uit de veel eerdere situatie in de onderhavige Hof casus. 





De BV versus alimentatie: Boek I versus Boek II Burgerlijk Wetboek

Posted on May 16, 2017 at 2:50 AM Comments comments ()

In de laatste Tijdschrift voor Scheidingsrecht wordt weer een mooi jurisprudentie overzicht gemeld (EB 2017/43). Mijn oog valt op de kop:

Partneralimentatie. Kan de alimentatieplichtige naast een vast inkomen van DGA nog meer gelden onttrekken aan zijn BV?"


De uitspraak van het Hof Den Haag van 18 januari 2017 bevat een vraag omtrent alimentatie en raakt daarbij tevens aan de vraag of een "verdere onttrekking ten behoeve van de bepaling van de draagkracht van de man" door het "vennootschappelijk belang" wordt verhinderd. Technisch meldt het Hof: Bij de beantwoording van deze vraag dient rekening te worden gehouden met de dwingendrechtelijke bepalingen van boek 2 BW (art. 2:25 BW in verbinding met art. 2:9 en 2:216 lid 2 BW, uitkeringstest) en het vennootschappelijk belang. Onder het vennootschappelijk belang wordt verstaan dat de continuïteit van de vennootschap als gevolg van onttrekkingen niet in gevaar mag komen.

In de weg aan de onttrekking staat in casu een gouden handdruk stamrechtverplichting van de BV jegens de DGA. Die zou in de casus "onder water" geraken door verdere onttrekking.

NB: Zou de DGA die is gescheiden / gaat scheiden om "afstempeling" van het pensioen kunnen worden verzocht/geëist door de (ex) partner, indien door deze "opgeblazen" schuld (grotendeels wegens de lage rente) de dividend uitkeringen worden verhinderd door "het vennootschappelijk belang"? Ofwel: hoever strekt "het vennootschappelijk belang" indien het Boek I belang tevens in geding is, in casu alimentatie?

Meer hierover binnenkort in de literatuur!

Link: https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:GHDHA:2017:104&showbutton=true&keyword=ECLI%3aNL%3aGHDHA%3a2017%3a104" target="_blank">http://https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:GHDHA:2017:104&showbutton=true&keyword=ECLI%3aNL%3aGHDHA%3a2017%3a104